Het dragen van een cap  is verplicht.

Als je geen paardrijlaarzen hebt, moeten je schoenen ruim in de beugels zitten en een klein hakje hebben, plus een gladde, doorlopende zool. Ze moeten gecombineerd worden met chaps.

Grote, uitstekende sieraden moeten worden afgedaan en kleding mag niet los zitten (voorbeeld : de rits van je jas open)

Als je de rijbaan ingaat of verlaat roep je ‘deur vrij!’

Op- en afstijgen doe je op de AC-lijn.

Niet halthouden op de hoefslag behalve als de instrecteur het vraagt.

Een ruiter die linksom rijdt, heeft voorrang op de hoefslag. De ruiter die rechtsom rijdt wendt dus af. Je houdt rechts, net als in het verkeer. Geef elkaar de ruimte!

Een ruiter die een snellere gang rijdt heeft voorrang. Ga dus aan de kant voor een galopperende ruiter als je zelf stapt of draaft.